De meeste hypotheekverstrekkers verhoogden vorige week hun tarieven met 0,05 tot 0,10 procentpunt. Dat leidde tot de grootste wekelijkse stijging van de hypotheekrente in 2024 tot nu toe, blijkt uit cijfers van Van Bruggen Adviesgroep en De Hypotheekshop.

Lees onderaan: > Woningeigenaren liggen wakker van geldzorgen

Wie zijn hypotheekrente in 2024 tien jaar wil vastzetten met NHG-garantie, betaalt nu gemiddeld 3,91 procent. Een paar weken geleden was dit nog 3,78 procent. Ook de gemiddelde tarieven om de rente vijf of twintig jaar vast te zetten, zijn de afgelopen week omhooggegaan.

In veel gevallen gaat het om verhogingen van 0,05 tot 0,1 procentpunt. Onder meer de drie grote banken, ING, ABN Amro en Rabobank, hebben de rentes zeer recent opgeschroefd. Maar ook NN, Aegon, SNS Bank en Triodos. “Deze stijging begon doordat de kapitaalmarktrente, waarop aanbieders hun hypotheekrentes baseren, de afgelopen weken is gestegen. Onrust in het Midden-Oosten en de aanhoudende te hoge inflatie hebben deze stijging veroorzaakt”, aldus De Hypotheekshop.

Artikel gaat verder onder de grafiek hypotheekrente 2024

“Rentes op de financiële markten zijn de afgelopen maanden veel meer gestegen dan de hypotheekrentes”, zegt ook Van Bruggen Adviesgroep. “Geldverstrekkers hebben ingeleverd op de marges en de komende week verwachten wij dan ook dat de licht stijgende trend bij de hypotheekrentes aanhoudt.”

Toch is de renteverwachting voor de komende tijd onveranderd: de ECB verlaagt naar verwachting vanaf juni haar beleidsrente, wat de korte hypotheekrente omlaag zal brengen. De lange hypotheekrente daalt naar verwachting licht, afhankelijk van inflatie- en loonontwikkelingen, aldus De Hypotheekshop.

Lage verdiensten hypotheekverstrekkers

De verdiensten die hypotheekverstrekkers gemiddeld behalen zijn dit jaar tot nu toe zeer laag. De marge – het verschil tussen de in- en verkoopprijs van de rente van waaruit de kosten en de winst worden betaald – bevindt zich volgens De Hypotheekshop op het laagste niveau in 15 jaar. Dit komt vooral door het grote aantal aanbieders en de krimp van de hypotheekmarkt. “Mogelijk kunnen de drie grootbanken en hun dochterlabels de concurrentie opvoeren dankzij de hoge winsten die ze vorig jaar hebben behaald. In ieder geval lijken ze momenteel een groter marktaandeel te hebben dan in voorgaande jaren.”

10 jaar vast evenwichtig verdeeld

Het belangrijkste rentetarief van dit moment, 10 jaar vast, toont een evenwichtige verdeling onder verschillende typen aanvragers (starters, doorstromers, oversluiters en verhogers), meldt De Hypotheekshop verder. “Dit geldt echter niet voor alle renteperioden. Vooral de korte renteperiodes (variabel tot 2 jaar vast) hebben een afwijkende verdeling, waarbij doorstromers (kopers van een volgende koopwoning) sterk oververtegenwoordigd zijn.”

Woningeigenaren liggen wakker van geldzorgen

De financiële situatie is voor veel woningbezitters met een hypotheek een bron van zorg, dat blijkt uit onderzoek van Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Terwijl de achterstanden op hypotheken historisch laag zijn, geeft maar liefst 40% van de woningeigenaren aan net, of niet genoeg inkomen te hebben om rond te komen. Ondanks de financiële worstelingen, geeft een gelijk aantal respondenten aan geen professionele hulp te zoeken bij (dreigende) problemen.

Dit blijkt uit de nieuwe Woonlastenmonitor die door NHG is gelanceerd. Deze monitor geeft inzicht in de betaalbaarheid van woonlasten onder woningeigenaren met een hypotheek in Nederland. Bijna 18% van de woningeigenaren kan geen financiële tegenvallers opvangen ter grootte van het maandinkomen. Een grote groep Nederlanders geeft aan wakker te liggen vanwege financiële zorgen. Maar liefst een op de vijf mensen slaapt slecht, heeft stress of voelt zich moedeloos.

Roald van der Linde van NHG: “De prijzen zijn door het dak gegaan en een grote groep Nederlanders heeft het moeilijk. Die mensen blijven hun hypotheeklasten netjes betalen, maar bezuinigen massaal op energie en op boodschappen. Als je wilt begrijpen wie er in de financiële problemen kunnen komen, moet je veel breder kijken dan naar hypotheekcijfers. Daarom hebben we deze Woonlastenmonitor gemaakt.”